Gras als nieuw schoner stookmiddel moet de wereld redden

MVO Nederland heeft TGE gekozen als een van de meeste duurzame projecten met de meeste impact tijdens Sustainabilty Day op 10 Okt.
November 22, 2018

VELDHOVEN – Laat die kolencentrales maar open, zegt deze Veldhovense ondernemer. Hij wil er briketten van olifantsgras in verbranden. Die leveren bijna net zoveel energie als kolen. Oh, en hij gaat met het gras ook nog ontbossing in Afrika tegen.

Merlijn van Dijk 08-12-18, 08:00 Laatste update: 11:06

In het najaar van 2014 slaat Rogier Buker het Eindhovens Dagblad open. Hij leest over een boer uit Liessel die brandstof maakt van de Miscanthus Giganteus, ook wel olifantsgras genoemd. ‘Hier kan ik iets mee’, denkt hij meteen en pakt de telefoon.

We spoelen vier jaar vooruit. Nabij de Oegandese hoofdstad Kampala huist The Green Elephant, het nieuwe bedrijf van Buker. Metershoog olifantsgras wuift er welig in de wind. Een perceel van 100 hectare staat vol met vier soorten. ,,Mijn primaire doel is de ontbossing in Oeganda en luchtvervuiling tegengaan”, zegt Buker (59).

Stoves

Dat zit zo. In veel Afrikaanse landen koken mensen voornamelijk op ‘stoves’. In deze open fornuizen verbranden ze sprokkelhout of houtskool. De rookontwikkeling van de fornuizen zorgt voor flinke uitstoot van fijnstof. ,,Wereldwijd gaan daar jaarlijks 4 miljoen mensen aan ten onder”, zegt Buker ,,In Oeganda sterven elk jaar 25.000 mensen door de stoves.”

Het koken op open fornuizen zorgt bovendien voor ontbossing. ,,Voor een kilo houtskool is acht kilo hout nodig”, zegt Buker. ,,Als het kappen in dit tempo doorgaat, staat er over 20 jaar geen boom meer overeind in Oeganda.”

Koken op gas of elektriciteit is voor de meeste Oegandezen veel te duur. Buker vond een oplossing: olifantsgras. Hij maakt briketten van het gras die geschikt zijn om mee te koken. De voordelen zijn volgens hem talrijk: ,,Het gras groeit op arme bodem, doet dat in Afrika binnen 100 dagen en heeft relatief weinig water nodig.”

CO2-negatief

Het grootste voordeel zit ‘m in de uitstoot. Buker: ,,Olifantsgras slaat CO2 uit de lucht onder meer op in zijn wortels en de bodem.” Bij verbranding stoot het dus minder CO2 uit dan het eerder uit de lucht opnam, een beetje blijft immers achter in de grond. ,,En olifantsgras neemt per hectare méér CO2 op dan bos.”

Buker woont in Veldhoven, maar is het halve jaar in Oeganda te vinden. Zijn liefde voor het land ontstond in de jaren negentig. ,,De nijlbaars was toen in opkomst”, zegt hij. ,,Die ben ik gaan importeren.” Op dit moment werken er 18 mensen in Oeganda voor The Green Elephant.

Buker en zijn team zijn op dit moment hard bezig de Oegandezen van de voordelen te overtuigen. Dat lukt mondjesmaat. Als de grote doorbraak er komt, is Buker er klaar voor. ,,We kunnen onze plantage opschalen tot 3.000 hectare.”

De laatste vinding van Bukers veredelaar zou wel eens aan het succes kunnen bijdragen. ,,Op dit moment hebben we een soort ontwikkeld die ook voeding oplevert”, zegt Buker. ,,We halen eerst de proteïnen uit het gras. Daar maken we een soort meel van. Van het restproduct maken we briketten.” In 2019 wil hij deze nieuwe soort olifantsgras op grote schaal gaan verbouwen.

Kolen

De goednieuwsshow van Buker is daarmee allerminst ten einde. Want olifantsgras heeft nog een belangrijke kwaliteit, volgens de bevlogen ondernemer: ,,Het levert bijna evenveel energie als kolen.” Sterker nog: de Engelse energiereus Drax verstookt al olifantsgras in zijn kolencentrales. ,,Daarvoor zijn slechts kleine aanpassingen in zo’n centrale nodig” betoogt Buker.

Olifantsgras kan dus gebruikt worden als biomassa. En omdat het snel groeit en zodoende vlug CO2 opneemt, lijkt olifantsgras geschikter dan bijvoorbeeld bomen. Het duurt immers een jaar of 80 eer een boom volgroeid is en de vrijgekomen CO2 van zijn verbrande broer heeft opgenomen.

Toch is er een nadeel: Nederlands olifantsgras levert 18 tot 20 ton per hectare op. Olifantsgras uit Oeganda levert 60 tot 80 ton per hectare. Buker: ,,Het klimaat is er beter. In Oeganda kunnen we minstens twee keer per jaar oogsten. In Europa een keer.”

Nederland is veel te klein om voldoende olifantsgras te verbouwen voor onze energiebehoefte. En het gras importeren uit Oeganda levert weer extra uitstoot op. ,,Maar kijk naar grote Europese landen als Polen en Oekraïne, daar is veel meer plek”, werpt Buker tegen. ,,Dat zouden de olifantsgrasschuren van Europa kunnen worden.”

Addertje

Weeral een probleem opgelost. Toch dringt de vraag zich op. Zit er dan helemaal geen addertje onder het olifantsgras? Niet echt, vindt ook de Portugese Luisa Trindade, hoofddocent van de universiteit in Wageningen. Zij doet onderzoek naar het wondergewas.

Hoe kan het dan dat bijvoorbeeld Nederlandse boeren zo weinig investeren in het gras? ,,De investering is nog te groot”, volgens Trindade. ,,Om de plant te vermeerderen moeten we nu nog stekjes van de wortels maken.” Een kostbaar proces. Er is nog geen zaad verkrijgbaar. Trindade probeert een ras te ontwikkelen waarbij dat wel mogelijk is.

Er is in Nederland bovendien nog geen grote afzetmarkt voor het gras. ,,Je kunt bijvoorbeeld nog niet overal briketten van de plant laten maken.” Er is volgens Trindade wel interesse vanuit zowel de industrie als boeren: ,,Het is nu zaak iedereen bij elkaar te brengen.” Buker staat in ieder geval te springen.

Lees het nieuwsartikel ook op de website van het Eindhovens Dagblad